Pa Pinkelman
Politici zijn net(te) mensen. Deze indruk krijg ik wel eens als ik zo de landelijke politiek volg. Soms moet ik dan ook denken aan Pa Pinkelman in de politiek van Godfried Bomans. Voor de niet-kenners: een pa, die het ’s nachts het niet meer uit hield in bed en daarom moest hij in de politiek. Hij heeft avonturen nodig, gevaar, smaad, beledigingen en ingezonden stukken, dan zou hij zich weer fit voelen.
Hij hield een lezing namens de PvdA. De mensen in zaal snappen er niks van maar vinden "het verrukkelijk", hoe hij spreekt. En daarom komt hij in de Tweede-Kamer terecht. Hij krijgt van minister Wittebol te horen dat hij te groot is voor dit kleine land. Hij wordt dan vertegenwoordiger van de BENELUX in de UNO. Enfin: een ambitieus politicus, zonder ideologie en zonder boodschap….
Meer ambitie, minder ideologie
Tja, politiek waar gaat tegenwoordig nog over? Over de semantiek: mag je het woord “allochtoon” of “autochtoon” nog gebruiken? Over een brand in het Catshuis? Of over de film van Wilders, waar Den Haag van in de ban is? Of over een (nog) betere beloning van ministers en raadsleden?
Het is in deze tijd van het gebrek aan ideologie moeilijk als je als politieke partij wil profileren. Iedereen is vanzelfsprekend tegen Geert Wilders en zijn kornuiten. Welk onderscheid valt er dan nog te maken als partijen vanwege een gebrek aan een ideologie naar het midden opschuiven?
Of: om het nog fundamenteler te vragen: zijn Nederlanders nog wel zo partij “minded”? Is een politieke partij nog het voertuig om aan de macht te komen? Wilders en zijn sparringpartner Verdonk geloven meer in politieke bewegingen (wat dat ook moge zijn). Duidelijk is dat ze volgens opiniepeilingen veel steun (20-25%) van de bevolking hebben. Of je daar Trots Op moet zijn, is de vraag.
De toekomst van de politieke partij wordt niet gemakkelijker als behalve de ideologie ook de beleving van de idealen door (lokale) bestuurders anders is dan die van de kiezers of de partijbaronnen.
Er is dus een kloof: mensen kiezen niet meer zo op ideologische gronden voor een partij. Nee, het gaat meer om de persoon en de regio. Wat voor ideeën hebben de politici over de omgeving (wijk, regio) waar zij wonen? Daarnaast laten politici vaak hun ambities zwaarder wegen dan principes die hun partijen in het verleden hebben verdedigd.
Profielschets nieuwe raadsleden
Besturen gaan in deze tijd op zoek naar nieuwe talenten in hun partij, naar nieuwe Pa Pinkelmannen. Over twee jaar zijn er namelijk weer verkiezingen voor de gemeenteraad. Een oud-wethouder uit een naburige gemeente heb ik eens horen zeggen: goede raadsleden zijn mensen die weten wat er in hun wijk leeft en die een regionale visie hebben. En zo is het ook. Wijk-en buurtbeheer zal ook in ’t Ambacht in de toekomst belangrijker worden.
Dat geldt ook voor de regio de Drechtsteden: de gemeente gaat er steeds aan betalen en draagt ook steeds meer bevoegdheden over aan (voor de ingewijden de Gemeenschappelijke Regeling) Drechtsteden.
Kloof in Ambacht
Maar laat ik me eerst beperken tot het wijk-en buurtbeheer. Ik stem volledig in met de opvatting van de oud-wethouder dat raadsleden moeten weten wat er in hun wijk leeft. Ze moeten als het ware de "in's en outs" van hun wjk "meebeleven". Daarom heb ik eens gekeken waar de huidige raadsleden in welke wijk wonen. Je moet immers een goede antenne hebben en er wonen om te weten wat in je wijk c.q. buurt leeft, nietwaar? Na wat rekenoefeningen kwam ik tot de volgende indeling:
- Centrum: 8 raadsleden
- Krommeweg: 8 raadsleden
- Volgerlanden: 3 raadsleden
Tja, als ik dit slagveld overzie, dan heeft u geluk als in de wijk Krommeweg en Centrum woont. Centrum is overigens weer onderverdeeld in buurten. Woont u in Centrum of Krommeweg, dan zal uw wijkbelang sterk in de Raad worden verdedigd door de in uw wijk wonende raadsleden .
Woont u in de Sandelingen of omgeving, ja dan hebt u pech. Daar woont volgens deze exercitie geen raadslid, die uw wijkbelang vertegenwoordigt. Ook in het buurtschap Kruiswiel zijn de raadsleden een schaars goed.
Misschien ziet u een lichtpuntje en denkt u dat in de wijken met schaarse raadsleden wel wethouders wonen. Zij zouden misschien voor het wijkbelang van de Sandelingen, Kruiswiel of Volgerlanden kunnen opkomen omdat ze daar wonen.
Maar helaas: dan moet ik u erg teleurstellen. Wat is namelijk het geval? Van de leden van het college wonen er drie van de vier in de Volgerlanden. Hier zien we dus duidelijk een (territoriale) kloof tussen de raadsleden en het college. De collegeleden zijn de prachtige oude dorpskern van ’t Ambacht “ontvlucht” en hebben de wijk genomen naar de randen van Ambacht, in de richting van Zwijndrecht.
Inwoners in de Sandelingen weten dat hun lusten en lasten in hun wijk niet worden gedeeld door raadsleden en wethouders. Dit geldt in minder mate ook voor de wijkbewoners in de Krommeweg en in sommige buurtschappen van de wijk Centrum (en tot de afbraak van de woningen in de buurt Oostendam bijv). De collegeleden wonen in vooral het zuidwesten van Ambacht, de raadsleden vooral in het westen.
Kortom: relatief weinig bestuurders wonen in het noorden en oosten van ons aller Ambacht. Dit gegeven is ongetwijfeld interessant voor bestuursleden die op zoek zijn naar nieuwe raadsleden en “feeling” hebben met hun wijk. Burgerraadsleden en "hoge ambtenaren" heb ik overigens niet bij mijn berekening betrokken. Ik wil het niet te verward maken!
Wijk Ambacht in Netwerkstad
Ja, en dan nog de regionale visie, en dat is niet onbelangrijk. We hebben immers een kabinet waarover met allerlei zaken heel diep wordt nagedacht. Zo ook over het heikele onderwerp “gemeentelijke herindeling”. Het is natuurlijk fantastisch als door het kabinet en door de grote gemeenten wordt geroepen dat voor gemeetenlijke herindeling een draagvlak aan de basis moet zijn. Echter: er zijn geluiden (bijv. van de VNG) dat gemeenten nog meer taken moeten gaan uitvoeren: de WW, de AWBZ, de huurtoeslag, de jeugdzorg. Kleinere gemeenten kunnen dat natuurlijk niet. Vervolgens krijg je (vanuit de provincie?) de roep om een bestuurskrachtmeting om te laten zien dat de kleine gemeenten inderdaad dit uitgebreide pakket bestuurlijk niet aankunnen.
De volgende stap is: -jawel u voelt hem aankomen- gemeentelijke herindeling!! Via een U-bocht komen dan toch grotere gemeenten tot stand.
Daarom is de gedachte van de netwerkstad Drechtsteden zo gek nog niet. Vanuit de top van het ministerie van BZK wordt dat gelukkig ook zo gezien.Mevr. Andé van Es, oud-kamerlid van PSP - (destijds nog een echte socialistisch en pacifistische partij -waar vind je die nog in ons land!!)- en tegenwoordig topambtenaar van BZK blijkt een warm gevoel te hebben bij deze netwerkstad. Volgens het blad Binnenlands Bestuur wil ze deze stad helpen omdat de samenwerking op wettelijke grenzen stuit. Ik ben dus benieuwd hoe die ambtelijke support weerklank krijgt bij (het christelijk smaldeel van) het kabinet.
Tja, voor een raadslid misschien een onderwerp dat ver van zijn bed is. Hij zit misschien meer in over de hoge werkdruk en de lage beloning. Nu de ideologische roeping bij de raadsleden aanzienlijk lijkt te zijn verminderd, maken we wellicht nog eens mee dat (Drecht)raadsleden –net zo als de politie- echt actie gaan voeren om betere beloning! Dus toch zakkenvullers?? Valt mee!
Gelukkig zijn nu nog –net als in de tijd van Godfried Bomans-Pa Pinkelmannen. Mannen en vrouwen die via politieke glijbanen (namelijk politieke partijen) naar “boven zijn gevallen”.
Dit verhaal gelezen hebbende kunt u ter leringhe ende Vermaecke concluderen dat nieuwe raadsleden aan de volgende eisen dienen te voldoen:
- persoonlijke ambities zijn belangrijker dan de ideolgische motieven
- maak daarom van de gemeenteraad een duiventil (zoals bij de Tweede Kamer)
- haal de raadsleden-in-spé vooral uit het Noorden en Oosten van Ambacht en vooral niet uit de wijken Krommeweg en Centrum
- kies raadsleden-in-opleiding met een regionale visie (liefst willen ze de voortrekkerstunctie van Ambacht in de Drechtsteden verdiepen)
En wethouders? Tja, daar gaan partijbestuurders niet over, maar juist: de raadsleden. Toch een tip aan de raadsleden: laat de nieuwe wethouders -in het kader een goede spreiding over de wijken- vooral niet uit de Volgerlanden komen.