Jan Heijkoop: Van ambitieuze veehouder tot voldane burgemeester
HENDRIK-IDO-AMBACHT - Op 1 december neemt Jan Heijkoop officieel afscheid als burgervader van Ambacht. Na twaalf jaar trouwe dienst in onze gemeente, gaat hij op zijn 70e jaar van zijn pensioen in zijn geboorteplaats Oud-Alblas genieten. Dit afscheid is voor Ambacht.net reden om Heijkoop te interviewen.
In dit uitgebreide gesprek doet hij verrassende uitspraken, bijvoorbeeld over het lokale bouwbeleid. “Met de wijsheid achteraf hadden we misschien andere keuzes moeten maken: meer woningen voor jonge mensen en starters.” Als LTO-voorzitter was Jan een fervent voorstander van de Floriade in de Drechtsteden en Sophiapolder. In 2004 stemde de gemeenteraad tegen het evenement vanwege de verstoring van de zondagsrust en de hoge financiële lasten.
Indrukwekkende carrière
Jan Heijkoop, geboren en getogen in de Alblasserwaard, heeft een indrukwekkende bestuurlijke carrière achter de rug. Hoewel het niet zijn ambitie was om bestuurder of burgemeester te worden, had hij vanaf 1995verschillende rollen in het openbaar bestuur: statenlid, gedeputeerde, waarnemende burgermeesterschappen in de Hoeksche Waard, op Goeree-Overflakkee en van Alblasserdam en burgemeester van onze gemeente.
Zijn carrière begon in 1982: toen werd hij met voorkeurstemmen op zijn 28e jaar CDA-statenlid, vervolgens was hij van 1995 tot 1999 gedeputeerde. Daarna kwam zijn periode van het burgemeesterschap: in 2000 eerst in Cromstrijen, een gemeente met veel problemen, vertelt Heijkoop. “Ik was de derde burgemeester in drie jaar. Ik moest daar vooral de orde en de verhoudingen herstellen. Daar heb ik veel van geleerd, ik ben blij dat het gelukt is”, kijkt de scheidend burgemeester tevreden terug.
Zijn opgedane kennis gebruikte hij ook op Goeree-Overflakkee: hij werd waarnemend burgemeester van Oostflakkee. In de vier gemeenten op dit eiland bestond grote weerstand tegen een gemeentelijke herindeling. “Tijdens een nieuwjaarstoespraak heb ik toen aangegeven dat ik geschrokken was van de problemen: minder inwoners, minder voorzieningen, recreatie flink verminderd en bedrijven die vertrokken. Toen kwam een motie in de raad om eens te onderzoeken hoe dat kwam en om een visie voor de toekomst op te stellen. Dat document kwam en de boodschap was: kom met een eenduidig eilandgeluid en dat kon alleen door een intensieve samenwerking. Uiteindelijk kwamen de bestuurders vanuit de inhoud en de analyse tot de keuze voor een gemeentelijke herindeling. Ik heb dat fusieproces een paar jaar geleid (tot en met 2011) en toen is het burgemeesterschap me nog beter gaan bevallen.”
Voorlees burgemeester Oostflakkee
Contacten met Ambacht
Zijn opgedane kennis over regionale samenwerking, probleemoplossing en het begeleiden van herindelingen zouden Heijkoop van pas komen in de volgende fase van zijn burgemeesterschap. In 2011 begon hij in onze gemeente. Hij kende ons dorp al uit zijn jeugd, vertelt hij.
“Toen ik een jonge en ambitieuze veehouder was, had ik al een lange betrokkenheid met Ambacht. Wat was het geval? Ik wilde veel koeien houden, maar had onvoldoende voedsel. Mijn broer en ik vroegen toen een vergunning aan om met een tractor over de brug van Alblasserdam te rijden. Toen we die kregen, gingen we [de wortels] van witlof bij de tuinders aan de Vrouwgelenweg ophalen. Ook namen we bieten en stro mee. Het was extra voer, dat je zelf ging halen, omdat dat zo goedkoper was.” Lachend: “We reden ook over de Damweg, waar het bordje hing “Let op voor de dakgoot”. Dat bordje hebben we nog er wel eens afgereden! Ja, 40 tot 50 jaar geleden was Ambacht totaal anders dan nu: de Vrouwengelenweg ligt nu tussen de huizen, waar vroeger kassen stonden vol met witlof.”
Bord: "Let op de dakgoot" aan de Damweg.
Vanuit zijn rol als lid van Provinciale Staten kreeg hij in de jaren negentig ook met Ambacht te maken. De Provincie duidde destijds verschillende VINEX-locaties aan, waaronder De Volgerlanden. “Er werden toen hoorzittingen gehouden door Provinciale Staten, ook voor De Volgerlanden. Toen heb ik ook kennis gemaakt met Ambacht en de lokale ‘emoties’ meegemaakt,” vertelt Heijkoop.
Groot voorstander komst Floriade
In de periode 2002-2007 had hij in zijn rol als voorzitter van de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) ook met Ambacht te maken. “Ja, je gelooft het misschien niet, maar als LTO-voorzitter heb ik in 2004 sterk gepleit om de Floriade in de Drechtsteden (en de Sophiapolder) te krijgen. De Tuinbouwraad, het college van Dordrecht en burgemeester Herman Jonker had ik mee. Op het laatste moment (oktober 2004) was er toch geen meerderheid in de Ambachtse raad voor de Floriade. Dat vond ik echt niet leuk, Herman Jonker en de CDA-fractie destijds evenmin. Later zei de toenmalige SGP-wethouder RO/De Volgerlanden Teunis Stoop tegen me dat de Floriade misschien toch had moeten doorgaan, want dan waren de Noordoevers nu al gesaneerd geweest!” Volgens Heijkoop zou de Sophiapolder met de komst van de Floriade anders ingericht zijn geweest. “Er zouden daar dan hotels en conferentiecentra gebouwd zijn. Ook zou een vaste oeververbinding zijn aangelegd. Dat had echt een prachtig centrum geworden, maar helaas, de meerderheid van de raad was tegen.” Lachend: “Ik heb trouwens tijdens mijn sollicitatiegesprek wijselijk niet gesproken over de Floriade en de Sophiapolder!”
Vertrouwensband
Wellicht mede door dit zwijgen kwam Heijkoop dat sollicitatiegesprek met de vertrouwenscommissie goed door. In het begin van 2012 werd hij vervolgens geïnstalleerd als burgemeester.Maar dat ging niet zo als Heijkoop had gedacht. “Ik zou de eerste week van februari 2012 geïnstalleerd worden,” herinnert hij zich. “Maar de week daarvoor was mijn vader in het ziekenhuis opgenomen en kort daarna overleden. Toen moest de installatie later plaatsvinden. Op de dag van installatie zou de uitvaart zijn van mijn vader. De betrokkenheid van het college was enorm. Het trof me dat het voltallige college bij de uitvaart aanwezig was. Dat vond ik wel bijzonder en ook vanuit de fracties was er tijdens de uitvaartdienst veel belangstelling. Dan weet je onder verdrietige omstandigheden heel snel wat je aan elkaar hebt. Dat was een start die een verdieping gaf in de onderlinge relaties. Er is een vertrouwensband ontstaan, ondanks de spanningsvelden die er zijn tussen politieke partijen. Deze band is de afgelopen twaalf jaar blijven bestaan.”
Goede omgangsvormen en sfeer
Terugkijkend, valt Heijkoop de goede omgangsvormen in Ambacht op. Dat geldt voor de bevolking, de gemeenteraad en het ambtelijk apparaat. “Ambacht is in korte tijd enorm gegroeid. En toch hebben de autochtone Ambachters de diverse instromers goed ontvangen. De groei van Ambacht is anders verlopen dan in andere gemeenten,” vindt de burgemeester. “Veel gemeenten zijn door de uitstroom uit de grote gemeenten meer seculier geworden. Naar Ambacht zijn juist veel mensen uit Rotterdam met een christelijk-orthodoxe achtergrond verhuisd, omdat er voorzieningen voor hen in Ambacht waren (scholen en kerken). Kerken, en ook sportverenigingen, zijn belangrijke bindmechanismen. Daardoor is een samenwerkingsgevoel ontstaan, waarbij Ambacht gewoon een ‘dorp’ is gebleven: mensen groeten elkaar. En zeker, er is verschil per wijk: Centrum is anders dan De Volgerlanden.”
Ook in de gemeenteraad ziet hij goede omgangsvormen, bijvoorbeeld in de debatten. “De raadsleden gaan goed met elkaar om. Ik ben sfeergevoelig en gedij niet in een omgeving van conflicten of spanningen. Ik heb een ontzettend collegiaal college gehad en de relatie met de raad was ook goed. Er wordt wel eens gezegd: In Ambacht wordt er meer gelachen dan in de andere Drechtsteden bij elkaar en dat beschouw ik als een groot compliment!”, aldus de voldane burgemeester. “Politici hebben soms grote meningsverschillen, maar zij komen regelmatig bij elkaar thuis om een bakkie te drinken, bij wijze van spreken. Dat is typerend voor de verhoudingen. Dat is een andere cultuur dan bijvoorbeeld in Alblasserdam. Ik was daar waarnemend burgemeester in 2014/2015 en 2022/2023. Daar is de afgelopen vijf, zes jaar meer polarisatie ontstaan. Dat is jammer. De omgangsvormen en goede verhoudingen zijn voor mij belangrijker dan de politieke verschillen die er natuurlijk ook zijn.”
Vol lof is hij over de ambtelijke organisatie. “De ambtenaren gaan op een ontspannen manier met elkaar om. Werken moeten je overal, maar ga je met elkaar in een gezellige en goede sfeer met elkaar om, dan is dat een plus. Daarom hebben we ook weinig vacatures. Daarnaast is het ziekteverzuim heel laag: 3,1%. Dat is een goed teken. Daar werken we als college en management ook aan. Ik wil het niet te zwaar maken, maar prettig samenwerken is een randvoorwaarde voor welbevinden op je werk, en prestaties. ‘Als je in Ambacht werkt, kan je op dat moment overal terecht,’ wordt weleens gezegd en ook dat zie ik als een compliment,” blikt Heijkoop tevreden terug.
Gemeentehuis
Hoogte- en dieptepunten
Hij herinnert zich ook hoogte- en dieptepunten in de afgelopen twaalf jaar. “Bij dieptepunten denk ik aan mensen die op tragische wijze zijn overleden. Bijvoorbeeld aan een jong gezin waarvan een kind verdronk, aan een jongeman die in de Crezéepolder door een overdosis drugs overleed. En: aan een grote brand in de Heerlijkheid waar een ouder echtpaar zwaargewond raakte en één van hen overleed.” Hoogtepunten zijn voor Heijkoop: de koningsdagen, de zomerparkdagen en de kransleggingen tijdens de 4/5 mei-herdenkingen. “Ook de contacten met Bergen (Duitsland) vind ik een hoogtepunt, evenals de uitwisseling met jongeren om te herdenken wat daar gebeurd is. Ik ben onder de indruk van de ingetogen en bescheiden manier waarop de Duitsers met deze periode omgaan.”
Burgemeester Claudia Dettmar-Muller uit Bergen en burgemeester Jan Heijkoop
Compromis
Het huidige coalitieprogramma kent een compromis over een belangrijk politiek onderwerp: de zondagsrust. Volgens Heijkoop is dat compromis tot stand gekomen doordat Ambacht werkt met een coalitieprogramma en niet met een raadsprogramma. “Bij het coalitieprogramma onderhandelen toekomstige wethouders en fractievoorzitters van de toekomstige coalitie met elkaar en dan ontstaat tussen hen een soort ‘verinnerlijking’ van de probleempunten waarover ze vervolgens een compromis sluiten. Daar houden de bestuurders elkaar aan en dat werkt. Bij een raadsprogramma krijg je daarentegen wethouders die niet hebben geproefd wat de heikele punten waren bij de vorming van zo’n programma. Deze wethouders hebben het onderhandelingsproces niet meegemaakt.” Heijkoop concludeert dan ook:
- Dat het proces van de coalitievorming de verinnerlijking van de goede verhoudingen is.
- Een goede democratie impliceert dat de meerderheid rekening houdt met de minderheid en daar samen inhoud aan geeft. “Op zo’n soort dorpssamenleving in Ambacht moet je dan ook zuinig zijn.”
Gemeenteraad
Heijkoop heeft als burgemeester verschillende gemeenteraden meegemaakt. In hoeverre was de Ambachtse raad in vergelijking met andere raden een actieve raad met veel raadsinitiatieven? Of was het juist een volgzame raad, die het college weinig tegenwicht bood?
“Ik heb grote verschillen gezien in de overtuigingskracht van wethouders. Sterke wethouders worden gemakkelijk gevolgd door de raad. Sommige fracties hebben er moeite mee als ze met een inbreng komen en de wethouder(s) zijn inhoudelijk zo sterk, dat ‘ze geen deuk in een pakje boter slaan.’ Dat geeft soms wrijving. In Ambacht hebben we traditie van sterke wethouders, al decennia achter elkaar. Ik merk in Ambacht dat de raad de neiging heeft om het college vaak te volgen. Initiatiefvoorstellen zie ik hier zelden. Raadsleden zeggen vaak: wij doen via bijvoorbeeld een motie aan het college een verzoek en vragen het college vervolgens meteen concreet voorstel te komen. Dat voorstel zullen we dan beoordelen. In Alblasserdam daarentegen merkte ik dat het college veel meer keek wat de raad al dan niet goedvond. Het college bereidde zich intensief voor op de beantwoording van de raadsvragen. Daarbij werd de discussie veel meer gedetailleerd gevoerd. Er is daar een andere cultuur en betrokkenheid,” constateert Heijkoop.
Een ander verschil ziet hij in het gemiddelde opleidingsniveau. “In de Ambachtse raad hebben raadsleden behoorlijke opleiding en maatschappelijke positie en dat merkt je in de raadsbijdragen. Het niveau van raadsleden is in kleinere gemeenten in de Drechtsteden hoger dan in grote gemeenten. Dat is niet goed te verklaren.”
Projecten
Terugkijkend somt Heijkoop enkele projecten op waar hij trots op is. In de eerste plaats De Volgerlanden. “Het Waterbusplein is ook iets moois. En niet te vergeten het bezoekerscentrum bij de Sophiapolder, de renovatie van Den Brommert en de verplaatsing van het Jeugdspeelpark. Waarop Ambacht vooral trots op mag zijn, zijn de nieuwe basisscholen die zijn gebouwd of worden gebouwd.”
Heijkoop is ook trots op de samenwerking in de Drechtsteden. “We werken samen op het gebied van infrastructuur, economie, Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) en denk aan de Regio Deal. Dat is de reden waarom we als gemeenten nog steeds zelfstandig zijn. Inderdaad: er is geen regionale democratische controle meer. Maar het is wel zo dat elke wethouder zijn eigen draagvlak moet verwerven in zijn eigen gemeenteraad. Dat vraagt wel overtuigingskracht om er gezamenlijk uit te komen. Zo moet gezamenlijk één woonvisie worden ontwikkeld en daar moet je de tijd voor nemen. Als de Drechtsteden niet in staat zouden zijn met één visie te komen en niet zouden kunnen werken met één uitvoeringsorganisatie, dan zal de provincie eerder geneigd zijn tot samenvoeging.”
En de projecten die meer aandacht moeten krijgen? “Ik denk aan het wonen. Met de wijsheid achteraf hebben we het misschien iets anders moeten doen. We hadden meer moeten doen om meer woningen voor jonge mensen en starters te krijgen.”
Fusie met Zwijndrecht
Heijkoop is ook blij dat Ambacht niet met Zwijndrecht één gemeente is geworden. “Fusie met Zwijndrecht, los van het feit dat Ambachters dat niet willen, zou ook een bedreiging zijn voor samenwerking in de Drechtsteden. Want dan krijg je naast Dordrecht, nog een hele grote gemeente en de overige zijn kleinere gemeenten. Dat zou de machtsbalans verstoren. Maar dat is mijn persoonlijke opvatting.”