Juf Jannie, wie kent ze niet? Een interview met het boegbeeld van de Louwert

04 september 2021 door Willem Schneider
Juf Jannie, wie kent ze niet? Een interview met het boegbeeld van de Louwert
Badjuffrouw Jannie met de les- of reddingshaak in actie

Wie kent badjuf Jannie Stuurman niet? Veel Ambachters zullen haar ongetwijfeld herkennen tijdens zwemlessen of vrij zwemmen in de Louwert. Dit zwembad bestaat een halve eeuw, waarvan 43 jaar mét Juf Jannie. Reden genoeg om een gesprek te hebben met deze zwem-icoon uit de Louwert.

Hoewel ze al bijna tien jaar geen les meer geeft, komt ze wekelijks in haar Ambachtse domein om met de ouderen te zwemmen. Een gesprek in het gloednieuwe zwembad met een vitale en enthousiaste badjuffrouw.

1970: Start zwembad, start carrière

Terug naar het begin van haar carrière. Hoe kwam Jannie in Ambacht terecht?  “Wel, vroeger vond mijn moeder dat ik secretaresse moest worden. Maar dat beviel me helemaal niet. Ik ben veel meer een doe-mens. Zo zat ik in Dordrecht, waar ik vandaan kom, bij de reddingsbrigade. Daar gaf ik al zwemles. Een collega, die daar werkte, vertelde me dat het zwembad in Ambacht openging, en ze vond dat echt iets voor mij. Dat vond ik ook en zo ben ik op 4 juli 1970 hier begonnen. Bij de officiële opening van de Louwert en tijdens mijn zwemles was koningin Juliana aanwezig. Dat was begin oktober 1970. De koningin kwam, omdat we het eerste zwembad in ons land waren met een beweegbare bodem. Je kon de bodem toen op 30 cm of 1 meter zetten, dat was ideaal. Dat was toen een echte luxe! Er was veel belangstelling, zelfs de Duitse deskundigen kwamen nog kijken.“

 

Hoge werkdruk

Hoe was toen de werkdruk? “Eerlijk gezegd: dat was best hard werken want ik werkte toen nog 45 uur per week en ook nog extra tijdens het weekend. Ook op zondag overigens. Ik ben begonnen als badjuffrouw en af en toe mocht ik de kassière aflossen, of iemand in de zwemzaal aflossen. Anders gezegd: ik was eerste twee jaar bijna niet aan het bad, ik was meer in de kleedkamer en aan het schoonmaken dan ik badjuffrouw was.

Hoe was de situatie destijds? “Wel, ik had toen 18 collega’s, die in vaste dienst waren. Zo waren er vaste caissières, had je twee man voor de schoonmaak in de ochtend, twee man voor de schoonmaak in de avonddienst. En: was er een hokje gebruikt, dan mocht er na schoonmaak weer een nieuwe klant in. Verder was er een drie of viertal personen dat bij bepaalde punten toezicht hield in de zaal. De bedrijfsleider was destijds Wim Pauw.

Toen was het enorm druk, terwijl het binnenbad niet groot was: 25 m bij 8 m. Aan de raamkant had je banken, dat stond helemaal vol met zwemmers. Een paar honderd man in dat binnenbadje, dat was echt normaal hoor. Er waren ook bloktijden, dat ging op kleurtjes, en dat was een heel gedoe.

Volgens Jannie luisterde de jongelui in het algemeen goed. “Ik weet niet hoe het tegenwoordig gaat, maar vroeger je gaf een opdracht en er werd gehoor aan gegeven. Als ze een waarschuwing kregen, dan was de uitgang van het zwembad heel dicht bij! Dan hoefden ze niet teveel fratsen te hebben, dan gingen ze er gewoon uit. Zo als ik nu hoor, dat er bewaking was in bijvoorbeeld Ridderkerk, ik vind het echt schandalig!

 

Feestje in zwembad

Er werd vroeger veel georganiseerd in het kader van de zwemvierdaagse. Ook spelletjesdagen, waarin oma’s die thuis pannenkoeken bakten en die naar het zwembad brachten. We hadden dan een soort spel in het binnenbad, met allerlei leuke dingen op de kant, op het droge of in het water. Aan het einde van de dag werden dan de pannenkoeken uitgedeeld, die de oma’s thuis gebakken hadden. Dat maak je tegenwoordig ook niet meer mee! Je schakelde toen overal mensen voor in, ze waren nog bereid om iets te doen. Ik herinner me ook nog een  kleuterklasje, waarvan een jarige juf een feestje kwam geven, waarbij de kinderen verkleed het terrein opkwamen. Dat was hartstikke leuk!”

 

Schoolzwemmen

“Ja, schoolzwemmen was er vanaf het begin. We begonnen met de klassen vijf en zes, na twee jaar met de klassen vier en vijf en van lieverlee kwamen we in de loop van de tijd bij de kleuters terecht. Wat me opviel was dat kinderen steeds meer gewend waren aan water en douchen dan vroeger. Heel vroeger had je dat, als een kleuterklasje binnenkwam, vier tot zes kinderen stonden te huilen. Ze moesten namelijk eerst douchen en daarna gingen ze naar het zwembad. Ik heb het meegemaakt dat kinderen soms met een paraplu onder de douche gingen, omdat ze bang waren voor de douchestraal of het water! Blijkbaar waren er gezinnen, waar het niet zo gebruikelijk was dat kinderen thuis douchten. Vervolgens gingen ze voetje voor voetje het bad in. Ik vond het prachtig toen ik later zag dat deze kinderen na één of twee jaar met een zwemdiploma op zak naar huis gingen!

Jannie zag in de loop van de tijd meer strengere eisen:  “Kinderen moesten steeds meer zwemvaardig worden, bijv. om je A-diploma te halen. Dat kon je vroeger met ‘droge ogen’ halen, later echter niet meer. Onder de veertien jaar mocht je zonder zwemdiploma niet in het diepe zwemmen, en onder de zeven jaar mocht je niet zonder begeleider het terrein op.

 

Les- of reddingshaak

Ambachters, die ik sprak, herinnerden zich de “hengel”, die u gebruikte. En ze hadden er soms geen goede herinneringen aan.

“Ja, ik gebruikte vroeger een ‘leshaak’ of ‘reddingshaak’. Voor ons, als lesgevenden, was het gebruik van deze haak gemakkelijker, als kinderen moeite hadden met rugzwemmen. We deden dan een haak in de nek. Dat was alleen als ondersteuning en om het hoofd boven water te houden. Ik kan me voorstellen dat kinderen dat eng vonden. Het was zeker niet de bedoeling om kinderen bang te maken… Tegenwoordig nemen kinderen een buis die ze zelf moeten vasthouden. Die leshaak was dus puur ter ondersteuning van de kinderen en niet om te plagen. Dat kinderen dit wel bedreigend vonden, is wel te begrijpen.”

 

Meer variatie

“Rond mijn veertigste jaar vond ik het werk wel saai worden: bij het schoolzwemmen kwam er een half uurtje een klasje in, dan er weer uit; vervolgens opnieuw een klasje op en uit, etc. later kreeg je meer mogelijkheden door het zwemmen met ouderen: ‘Meer Bewegen Voor Ouderen’, ‘Zwem je fit’, ‘Zwem je slank’, enz… Was er wat nieuws, dan stond ik als eerste in de rij om een cursus te volgen. Dan had je als zwemleerkracht veel meer variatie in je werk en dat boeide me!”

 

Zwemmen op zondag

“Een anekdote, die me is bijgebleven, is de volgende. In christelijk-orthodoxe kring in Ambacht is het verboden om op zondag te zwemmen. Toch kwamen er op een keer tijdens een snikhete zondag een paar jongens uit deze kring naar me toe. Ze vroegen een zwembroek te leen en wilden een handdoek. Ja, zei ik toen, dat is goed. Maar je moet wel op tijd het zwembad uit en er voor zorgen dat je haar droog is, want als je met natte haren thuis komt…  Eigenlijk hielp ik dan mee aan iets wat van huis uit niet kon, maar ja: je bent dan zelf ook jong en ik dacht op dat moment: waarom niet? Laat ze lekker zwemmen met die hitte…  Dat gebeurde maar sporadisch hoor”, aldus een glimlachende Jannie.

 

Zwemmen blijft hobby

Wat beweegt Jannie om steeds wekelijks terug te komen naar haar domein?

“Ik kom hier graag, ondanks al weer negen jaar weg te zijn. Ik geef hier geen les meer, maar zwemmen blijft toch mijn hobby. Ik zwem graag en het is goed voor je lijf en ledematen. Zwemmen geeft in het algemeen weinig spierpijn. Ik geef nog wel gymles in Dordrecht. Nadat ik pas stopte met mijn werk, viel ik nogal eens in bij het zwemprogramma Bewegen voor ouderen, maar nu doe ik gewoon mee met de ouderen en laat me verrassen!!”. Bezoekers en bekenden zullen onze vitale badjuffrouw de komende tijd ongetwijfeld nog wel blijven ontmoeten.

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.