Proef tot 2025 met Ondernemersfonds

05 oktober 2021
Proef tot 2025 met Ondernemersfonds

HENDRIK-IDO-AMBACHT - Ambacht krijgt de komende drie jaar een ondernemersfonds. Dit besluit nam maandag 4 oktober een grote meerderheid van de gemeenteraad. Alleen Realistisch Ambacht stemde tegen. Het gevolg dit besluit is dat winkels en maatschappelijke organisaties met vastgoed de komende drie jaren geleidelijk extra hogere OZB-tarieven gaan betalen. 

Besteding
De gemeente keert deze meeropbrengst van de OZB als “subsidie” uit aan dit fonds. Ze zegt niet over de besteding van de gelden te gaan. Volgens het raadsvoorstel is het ondernemersfonds “een constructie voor en door ondernemers. De bestedingsdoelen zijn vrij te bepalen, zolang het een collectief karakter heeft en de besluitvorming transparant verloopt.” Als het gaat om het gebruik van de “subsidiegelden” denkt het gemeentebestuur onder meer aan: beveiliging en surveillance, de organisatie van evenementen, collectieve inkoop,  duurzaamheidsmaatregelen, de promotie van winkelgebieden en de bestrijding van de leegstand.  

Uitstel 
De PvdA wilde aanvankelijk maandag het onderwerp van de raadsagenda halen. Volgens woordvoerder Bert van der Wulp zouden er namelijk onvoldoende bedrijven en winkels bij het draagvlakonderzoek betrokken zijn geweest.  De PvdA-er kreeg hierbij de steun van Realistisch Ambacht en Echt voor Ambacht (EVA).

Discussie 
Alle fractiewoordvoerders vonden de oprichting van het fonds “sympathiek,” of zagen het als een teken van Ambachtse solidariteit. EVA-woordvoerder Adrie Scheurwater sprak in dit verband over versterking van de “economische cohesie” bij de Ambachtse ondernemers. 
De discussie in de raad richtte zich met name op drie punten: het draagvlak bij de Ambachtse ondernemers, de mate van vrijwilligheid en positie van maatschappelijke organisaties. 

Voldoende draagvlak?  
De woordvoerders erkenden dat de georganiseerde ondernemers in Ambacht in het algemeen enthousiast waren over het ondernemersfonds. De Vereniging van Ambachtse ondernemers (VAO) was immers initiatiefnemer van dit idee. Volgens de gemeente bestaat een "zwijgende groep" van vooral ongeorganiseerde ondernemers die een  “zekere welwillendheid” tonen. Ook zijn er enkele ondernemers, die uitgesproken tegen zijn.
Bij de zorginstellingen, het onderwijs en de culturele sector bestaat volgens de gemeente “welwillendheid.” In de sportsector wordt volgens de gemeente de meerwaarde van het ondernemersfonds minder ingezien. 

Sommige woordvoerders hadden wel twijfels over het bereik van het draagvlak. Volgens de PvdA hadden meer niet-leden van de VAO bereikt moeten worden, zodat uitstel van behandeling van dit onderwerp gewenst is. Arie Mol (Gemeente Belangen) vond dat de “kleine ondernemers” “geen goede inbreng” zouden hebben gehad.

Jan Struik (Ambacht Uw Belang) vroeg aandacht voor de ondernemers in de buitengebieden, terwijl Oene Doevendans (Realistisch Ambacht) twijfels had of er  “echt voldoende gepeild is onder de doelgroep.” Hij dacht aan onder meer aan sportverenigingen.

Jauharina Oelfke - ten Seldam (VVD) kende ondernemers die niet enthousiast waren, “omdat de gemeenten haar taken zouden gaan afschuiven op ondernemers. Dat mag niet.“ Volgens haar mochten er “geen extra administratieve lasten voor de ondernemers komen.” Dan zou het fonds volgens de VVD-er slagen. 

Vrijwillig of verplicht 
Doevendans stemde tegen de oprichting van het ondernemersfonds vanwege het verplichtende karakter. Hij daagde de wethouder André Flach uit om de ondernemers te laten kiezen voor vrijwilligheid. Het verplichtende karakter is volgens Doevendans ingegeven door angst voor de freeridersgedrag onder de ondernemers. “De meerderheid van de Ambachtse ondernemers bestaat niet uit freefriders”, aldus Doevendans. Flach vond deze gedachte “naïef.” “Er zijn koplopers en er is vervolgens een grote groep, die meerijdt. Dat is de praktijk. Een beperkt aantal schouders draagt dan de lasten. Dat is de belangrijkste drijfveer om te kiezen voor het verplichtende karakter,” aldus Flach. De keuze is niet door angst ingegeven, de insteek van verplichting biedt “juist een kans.” 

Verenigingen en stichtingen 
Volgens de gemeente is een aantal maatschappelijke organisaties aangemerkt als "niet-woning" omdat ze vastgoed hebben. Ze zijn daarom verplicht aan het fonds bij te dragen, hoewel ze meestal geen echte ondernemers zijn. Bij PvdA-er Van der Wulp bestond grote zorgen over invoering van het fonds voor dit stichtingen en verenigingen. “Er is onwetendheid bij hen, ze hebben geen idee wat dit voor hen betekent en hoe ze van dit fonds kunnen profiteren. Hij vreesde ook voor een negatieve invloed op de subsidieverlening aan deze verenigingen en stichtingen. Een punt van zorg bij hem en andere raadsleden was ook de geringe opkomst en response bij maatschappelijke organisaties bij bijeenkomsten over het ondernemersfonds.
 
“Persoonlijk toezicht”
Wethouder André Flach zegde de PvdA-er toe dat hij “persoonlijk toezicht” zal houden dat de invoering van dit fonds voor deze maatschappelijke organisaties in de toekomst in goede banen wordt geleid. Het fonds zal voor een periode van drie jaar worden ingevoerd. In 2025 komt een evaluatie. 
 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.