CDA en RA pogen tevergeefs de Leerlingenverordening te wijzigen. Mogelijk krijgen 15 kinderen geen recht op vervoer naar Steenen Kamer
HENDRIK-IDO-AMBACHT - Het raadsdebat over de nieuwe verordening voor het Leerlingenvervoer op maandag 2 juni leverde twee amendementen op. Uiteindelijk heeft een meerderheid van de raad deze twee wijzigingsvoorstellen op de Verordening verworpen. Het ingediende CDA-amendement werd door het CDA en de PvdA gesteund, het door RA ingediende amendement door RA, PvdA, D66 en EVA. De coalitiepartijen waren tegen dit laatste amendement.
Zelfredzaamheid centraal
Volgens het college is de nieuwe modelverordening gericht op het stimuleren van de zelfredzaamheid van leerlingen en het bieden van maatwerk. “Dit is de aanleiding om onze lokale verordening aan te passen. Deze aanpassing biedt de gemeente ook betere mogelijkheden om de kosten van het leerlingenvervoer te beheersen. Naar verwachting zullen de aanpassingen leiden tot een lagere vraag naar leerlingenvervoer en extra inkomsten door het heffen van een eigen bijdrage,” schrijft de wethouder Jauharina Oelfke (Onderwijs). De organisatie Stroomlijn beoordeelt de criteria van zelfredzaamheid en voert deze Verordening voor de gemeente uit.
15 sbo-kinderen geen recht op vervoer
Uiteindelijk zouden zo’n 15 van de in totaal 190 leerlingen geen recht meer hebben op leerlingenvervoer. In de Verordening is namelijk de kilometergrens aangepast van 2 en 4 kilometer naar 6 kilometer. Het gevolg hiervan is dat het vervoer naar bijvoorbeeld De Steenen Kamer in Zwijndrecht niet zonder meer gefaciliteerd wordt vanuit het leerlingenvervoer. Deze school is de enige school voor speciaal basisonderwijs (sbo) binnen de 6 km. De gemeente vraagt in de nieuwe verordening van ouders dat ze hierin zelf meer gaan vervoeren en meebetalen. “Voor de leerlingen kan dit betekenen dat er meer ingezet wordt op het (toewerken naar) zelfstandig reizen,” schrijft de wethouder Oelfke.
CDA: belang van kind en evaluatie
Omdat het hier om een kwetsbare groep kinderen gaat, wilde CDA-woordvoerder Wenny van der Hee-Pasterkamp dat de gemeente zich flexibel zou opstellen. Ze diende een amendement in, waar het belang van het kind bij maatwerk nogmaals in de Verordening wordt onderstreept. Ook wilde ze een tussentijdse evaluatie in een artikel van de Verordening vastleggen, waarbij de raad inzicht krijgt in het onderzoek van deze evaluatie. Volgens wethouder Jauharina Oelfke gaat deze Verordening al uit van het belang van het kind. Ze zegde wel dat ze over twee jaar Stroomlijn om een evaluatie vraagt, maar wilde dit niet in de Verordening borgen.
Oppositiepartijen: langere overgangstermijn
Realistisch Ambacht, bij monde van Frank van den Elsen, miste in het raadsvoorstel “het inlevingsvermogen van gezinnen waarvan iets wordt afgenomen.” Het voorstel biedt volgens de RA’er ook geen garantie dat het voor iedereen goed afloopt. “Er kunnen misverstanden en willekeur optreden bij de beoordeling als je dit uitbesteedt.” Hij diende vervolgens samen met PvdA, D66 en EVA een amendement waarin staat dat:
- er een overgangsregeling komt van twee schooljaren in plaats van één jaar, zodat leerlingen die in het schooljaar 2024-2025 gebruik maken van leerlingenvervoer, tot uiterlijk 1 augustus 2027 de mogelijkheid hebben om gebruik blijven maken van de voorziening die zij in het schooljaar 2024-2025 genoten
- de regionale organisatie Stroomlijn per het schooljaar 2025-2026 wel alvast van start te laten gaan met het vroegtijdig informeren, adviseren, helpen en coachen van de 15 huishoudens op de weg naar het (wellicht eerder dan per 1 augustus 2027) op eigen kracht organiseren van het vervoer
Wethouder Oelfke wees dit amendement af omdat er in twee jaar bij een kind veel kan gebeuren en daarom veel te lang. Ze vond het overgangsjaar van een jaar voldoende is. “Wij gaan alle ouders bellen via Stroomlijn en we dit dus al.” Het amendement was daarom overbodig.
