Burgerraadsleden. Wie weet er raad mee?

15 januari 2005 door Willem Schneider

In gedachten maken de raadsfracties zich weer op voor de komende verkiezingen in maart 2006. Dat betekent dat na drie jaar de zegeningen van het dualisme kunnen worden geteld. De commissie-Leemhuis heeft het dualisme onlangs geevalueerd. De conclusie was dat in de grote gemeenten het beter werkt dan in kleine gemeenten, bij de bestuurders (lees wethouders) zou de onzekerheid zijn toegenomen en de politieke instabiliteit zou zijn toegenomen. Maar in hoeverre is de kloof tussen de kiezer en de gekozene verminderd?

De Ambachtse burgemeester heeft treffend gezegd: de raad moet op de straat. Goed voorbeeld doet volgen, maar ik denk dat het dualisme de raadsleden meer van straat heeft gehouden. Veel energie werd/wordt gestoken in de besprekingen met het college. Er moesten zo nodig werkgroepen (Kadernota, Leefbaarheid, Bestuursinformatiesystemen) worden gevormd. Hun mandaat en hun verhouding met de raad is niet altijd even helder. Dus daar moest ook weer eens over gestegeld worden. Veel energie steekt men in (informele) raadsvergaderingen de BOT-sessies (BOT staat voor: Benen Op Tafel), vergaderingen in en over de regio, terwijl nuttigere zaken (wijkbezoeken van raad en fracties) te weinig aandacht krijgen. Als je Ambachters er over spreekt, zeggen zij: ja, wat doen die raadsleden nu eigenlijk? Ze houden elkaar wel bezig.

In deze context kan ik me voorstellen dat leden van politieke partijen niet staan te trappelen om actief te worden in raadsfracties. Het Regelement van Orde van de gemeenteraad kent namelijk de mogelijkheid dat burgerraadsleden kunnen meepraten in de raadscommissies. Ze mogen het woord voeren namens hun fractie. Een kleine fractie mag twee burgersraadleden leveren, een grote fractie een. Voorwaarde is wel dat men op de kandidatenlijst van "een fractie" staat.

Is daar belangstelling voor? Jawel. Alle fracties hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
Vinden de burgerraadsleden het leuk? Nou, daar lijken de meningen verdeeld over te zijn. Als ik kijk naar de grote fracties, dan constateer ik een grote omloopsnelheid. Zowel SGP/CU, VVD en CDA (de coalitiepartners) hebben binnen deze raadsperiode hun man (nee, geen vrouw) al zien vertrekken. Het CDA scoort hierbij het hoogst, namelijk twee potentiele raadsleden zagen bij voorschrijdend inzicht maar van hun functie af. Alleen bij de PvdA en bij Gemeentebelangen (GB) -jawel de oppositie- is men honkvaster. En dus gemotiveerder?

Over honkvast gesproken, het zal bekend zijn dat al ras na de verkiezingen in 2002 een lid van Gemeentebelangen bij zichzelf te rade ging en concludeerde dat het beter was om als zelfstandig politiek ondernemer verder te gaan. Dat is zijn goed recht, maar afsplitsingen roepen bij mij het beeld op van fractie-Scholten/Dijkman, afsplitsingen uit de Boerenpartij, uit de PvdA (DS'70), bij het AOV, bij de Lijst Pim Fortuyn. Fortuinlijk is het met deze protestpartijen niet gegaan.

En lokaal: afgesplitst van PvdA/Groenlinks begon de GroenLinkser Bart Koppenberg in de vorige raadsperiode als kleine zelfstandige voor zichzelf onder de naam "Lijst Koppenberg". Helaas het mocht niet baten, Groenlinks haalde in 2002 geen zetel voor de huidige raadsperiode.

Hoe het ook zij, uiteindelijk kwam in Ambacht de Lijst Van der Stelt, een eenmansfractie met als voorzitter de heer Van der Stelt. Dat kan niet missen! Toch deed deze fractie het blijkbaar zo goed, dat ze de aandacht trok van geinteresseerde burgers en toehoorders van de raad.
Wat gebeurde er namelijk? Een van de kandidaten op de lijst van GB kwam na voorschrijdend inzicht tot de conclusie dat het beter was de samenwerking met de Lijst van der Stelt te intensiveren. In de ogen van de fractievoorzitter Lijst van der Stelt was dat natuurlijk een welkome versterking. En wat weerhield hem ervan om zijn schaduwfractiegenoot deelgenoot te maken van het actieve raadswerk?  Niets, want in het Regelement van Orde wordt gesproken dat een burgerraadslid op "de kandidatenlijst van een fractie"  moest staan om in aanmerking voor deze eervolle functie te komen. Er stond dus niet bijv. "de kandidatenlijst van de gekozen en op grond daarvan in de raad aanwezige fractie". Naar de letter van het Regelement had de Lijst van der Stelt een punt. Overigens knap bedacht! De meerderheid van de raad vond het een goede vondst, maar politiek niet acceptabel.

Interessant was de opstelling van het CDA. Deze fractie wilde de Lijst van der Stelt wel mogelijkheid geven een tweede man als burgerlid in te huren.
De CDA-fractievoorzitter wil zelfs een evaluatie van het Regelement. Bij deze evaluatie zou zij het voorstel willen doen dat burgers, die niet op de kandidatenlijst van hun politieke partij of fractie staan, van de straat geplukt kunnen worden en vervolgens tijdens de raadsperiode tot burgersraadslid kunnen worden gebombardeerd. Wethouders kunnen van buiten de raad komen, dus ja waarom burgersraadsleden dan niet? zo lijkt de achterliggende gedachte bij het CDA te zijn. Misschien is dit idee door ervaring ingegeven. Dat kan ik me na twee bedankjes wel voorstellen. De huidige Gemeentewet staat het toe, maar wordt de continuiteit van het raadswerk er mee gediend? Het lijkt me ook dat nieuwbakken burgerraadsleden een aantoonbare politieke binding met een fractie moet hebben. Ik weet van fracties, die vinden dat potentiele burgersraadleden eerst maar eens een poosje moeten meedraaien in hun schaduwfractie. Dat is terecht. Probleem is natuurlijk wel dat deze burgers eerst van de straat moeten worden geplukt om op de kandidatenlijst te worden voorgezet.

Vanzelfsprekend is recrutering van leden en burgerraadsleden in een tijd van afnemend ledenaantal van politieke partijen (CDA en ChristenUnie lopen flink terug, SGP neemt licht toe) belangrijk. Dat heeft de politiek aan zichzelf te wijten. Men kan zelfs hardop nadenken over de vraag of politieke partijen het voertuig moeten zijn om politiek te bedrijven. Anderzijds zien we bij partijen als de SP een groeiend aantal leden. Hoewel niet mijn partij, moet ik erkennen dat de kloof tussen de kiezer en gekozene in deze actiepartij gering is.

Al met al: raadsleden moeten terughoudend zijn in het vergemakkelijken van de procedures bij de recruitering van hun potentiele opvolgers. Recruitering is m.i. een zaak van de besturen van kiesverenigingen. Anderzijds moeten bestuurders terughoudend zijn met op de groslijst/ kanidatenlijst zetten van andere bestuursleden. Naar de buitenwereld toe komt het merkwaardig over als een deel van het bestuur een ander deel van het bestuurt als raadslid kandideert. De kloof tussen kiezer en gekozene kan daarmee worden vergroot. 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.