Zal ik je pyjama komen brengen?

12 juli 2016 door Willem Schneider

"Zal ik je pyjama komen brengen?"  Aan deze woorden moest ik terugdenken toen ik het jongste advies van de Raad van het Openbaar Bestuur  (ROB) las. Datzelfde geldt voor een recente brief van minister Ronald Plasterk over de aantrekkelijkheid van het lidmaatschap van de gemeenteraad. Waar gaat het eigenlijk om als je raadslid bent? Waarom wordt je raadslid?

"Rob" en "Ronald"
De boodschap van de minister is helder: het moet aantrekkelijker worden om raadslid te worden. Dat kan door meer geld, door meer scholing, door vermindering van de werktijd, etc. En "Rob" en "Ronald" vinden dat ook slimmer moet worden vergaderd. Als je als een tijdje meeloopt in de politiek, dan weet je dat dit doel weinig origineel is. Immers, al het nodige is gedaan in de regio om dit doel te bereiken: minder commissievergaderingen, de burgers beter bij het werk van de gemeenteraden betrekken, efficiënter vergaderen, vergadermethoden verfijnen, etc. Toch is de vergaderdruk in de regio niet verminderd!

Gilde
Als je al deze punten wil verbeteren, dan denk ik dat de afstand tussen gekozenen en de kiezers groter wordt. Raadsleden zijn op deze wijze immers voortdurend met zichzelf bezig. In de vorm van: veel in de "schoolbanken" zitten om zich te professionaliseren, veel informatie en kennis op te halen via hun onderlinge netwerken in de regio [Drechtsteden].
Deze netwerken was zeker gewenst omdat de raad zijn macht wettelijk verplicht, vrijwillig deelt met, overhevelt aan, of delegeert (ik noem maar een paar dwarsstraten) aan andere instanties. In regionaal verband springt de Drechtraad er hierbij uit! Deze raad kent inmiddels een maandelijks terugkerend vergadercircuit, te vergelijken met het vergadertraject van een gemeenteraad.  Maar je kan ook denken aan de  decentralisaties bij de jeugdzorg Zuid-Holland Zuid, de wijkteams, de jeugdteams, etc. Bestuurlijke drukte genoeg dus en wat levert deze vergadercircuits nu voor de kiezers en de raadsleden in de regio op?
 
Kortom: het lekenbestuur wordt op deze manier een (semi)professioneel bestuur... Geen hobby meer dus die je er even bij doet. De raadsleden vormen, zoals ik wel eens hoorde zeggen een "gilde, dat naar binnengekeerd is en waar partijen die van nature naar binnengericht zijn gedijen". 
In een tijd waarin het weer tijd wordt om nieuwe lichtingen politici klaar te stomen voor de komende verkiezingen in maart 2018 is dat toch iets om over na te denken. Raadslid zijn, doe je er dus niet even bij.

Identiteit
Over de Drechtsteden had ik het al. Wat heeft de Ambachtse kiezer er mee? Zouden deze weten wie er voor Ambacht  -of nog beter voor hun partij- in de Drechtraad of het Drechtstedenbestuur zit? Ik vrees van niet.
Wat dat betreft, lijken Ambachters ook intern gericht te zijn. Ze richten op een eigen "Ambachtse" identiteit. Het handhaven van een identiteit is prima. Maar welke vormen heeft deze? Wie een beetje thuis is in de Nederlandse geschiedenis, weet dat dit tot uitwassen kan leiden, met name het optreden van diverse vroedschappen (stadsbesturen) in de periode 1609-1630. Toen was de lokale identiteit bestuurlijk vooral op religie gebaseerd. Zo  werden vroedschappen op basis van met "Zwang und Drang"  of geweld gezuiverd van (contra)-remonstrantse elementen  (bijv. Gouda, Schoonhoven, Amsterdam). Het vroedschap van Haarlem uitte in 1630 kritiek op andere stadsbesturen. Waarom? Wel, omdat zij "predicanten ende andere eerlijcke luyden beging uyt de de steden te setten, d'Arminianen in de regieringhe te trekken, de Papisten (roomsen WS) in ampten ende officie van de schutterije ende andere bedieninghen te vorderen, d'Arminiaensche predicatien waer door veel onlusten ontstaen niet en weert maer veel eer beschermt", zodat "men daghelijckx onlusten ende onrust siet toenemen".

Van een koude kermis...

Dit soort onrustige tijden zijn gelukkig voorbij en komen niet meer terug. Geen Turkse op- en toestanden dus. Toch spelen bij gemeenten in de Bilbe Belt, waarin ook Ambacht ligt, bij de dorpse identiteit godsdienstige aspecten zeker een rol. Zo wil de christelijke stroming in ons dorp dat tot deze identiteit de handhaving van de zondagsrust hoort. Bijvoorbeeld door geen koopzondagen in te voeren. Of door zich juist te profileren door de zondagrust te benadrukken, omdat de Zondagswet is/wordt afgeschaft. Gemeenten mogen straks namelijk zelf regels bepalen voor de openbare rust op zondag. Probleem is hierbij natuurlijk wel dat je  -zoals in het politieke verleden-  met "preciezen" en rekkelijken" te maken hebt. Er zijn (evangelische) christenen die op zondag rustig een baantje trekken in het zwembad, terwijl andere christenen (van dezelfde partij of coalitie) willen dat dit zwembad op zondag juist dicht is. Of: ze willen geen gemeentelijke subsidie geven aan evenementen op zondag. Of: bestuurders van CDA, CU (en SGP?) zijn rekkelijker als het gaat om het aantal koopzondagen dan hun achterban. En dat rekkelijke standpunt moet als je bestuurder of als raadslid wel aan je gemeleerde achterban kunnen uitleggen! Dat lijkt me niet gemakkelijk. Toch vind ik het knap hoe bestuurders met dit dilemma  omgaan. Je gaat het toch zoeken in compromissen. Zo hebben het college en de coalitiepartijen (CDA, SGP/CU en PvdA) besloten om de kermis in Ambacht op zondag te sluiten en het circus op zondag wel voorstellingen te laten geven. Dit compromis heeft gelukkig niet tot locale onrust geleid. 

Verenigde Gemeenten
De politieke partijen willen de "Ambachtse identiteit" handhaven én de samenwerking in de Drechtsteden handhaven. Over A(mbachtse)-Exit uit de Drechtsteden om de identiteit van Ambacht te handhaven heb ik (tot nu toe) zelfs bij Gemeentebelangen niet gehoord. Het gevaar dreigt zelfs bij langdurige samenwerking dat Ambachtse identiteit aanzienlijk vervaagt of zelfs verdwijnt. In het verre verleden (begin 2001)  zei een Ambachtse burgervader dat een Drechtstad gewenst was. In 2015 zou ons dorp onderdeel zijn van de Drechtstad. Hij moest zijn toekomstbeeld terugnemen, want zijn raad en college dachten daar een slag  anders over. En onlangs zei een prominent raadslid in de Drechtraad (nog vóór de Brexit): "iedereen weet dat de Verenigde Staten van Europa onvermijdelijk zijn". Zijn de Verenigde Gemeenten van de Drechtsteden dus ook onvermijdelijk? Misschien is een referendum naar Brits model een mooi antwoord hierop... Dan moet het geen "belletje trekken" worden, waarbij de leiders van de voorstanders van zo'n exit er na de uitslag hard weglopen... Voordeel van zo'n volksraadpleging is wel dat de politici zich rechtstreeks tot de kiezers moeten wenden. Dat betekent dat volksvertegenwoordigers met toegankelijke en overtuigende argumenten moeten komen. Overredingskracht is dan meer dan ooit gewenst! En dan kunnen ze zeker van de bekende Romeinse retoricus  Marcus Fabius Quintilianus ( ±35 - ±100 v. C) veel leren! Zijn meesterwerk is "De Institutione oratoria". Je zou bijna zeggen dat dit werk ook in het rugzakje van de raadsleden  (van de Drechtraad) thuishoort....

Verenigde Provinciën
Als ik aan de Drechtsteden denk, denk ik ook aan het eenwordingsproces van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een republiek, die je -evenals de Europese Unie- kan omschreven als een "kruising tussen een federale staat en een confederatie, met meer confederatie in vorm en theorie en meer federatie in substantie en praktijk". Op grond van deze omschrijving kan je de Drechtsteden met enige fantasie zien als een regionale variant van de Staten-Generaal of de Staten van Holland tijdens het begin van de Republiek (1572-circa 1600). De Drechtstedengemeenten zijn evenals de vroegere provincies autonoom in naam. In de besluitvorming zou men eensgezindheid verwachten (dat veronderstelt een unie of federatie immers). De werkelijkheid was weerbarstiger: vaak werden besluiten onderwerpen niet unaniem genomen. Maar ook in de Drechtraad niet. Kijk maar naar de stemmingen bij de soms flink verdeelde fracties uit de diverse gemeenten tijdens de julivergadering.

Verenigd beleid
Maar ook zie je een "federatie in substantie". Over inhoudelijke onderwerpen werd aan het begin van de Repbuliek meer de samenwerking opgezocht. Of zelfs: de overdracht van bevoegdheden. Dan komt de theorie van het "(neo)functionalisme"  in beeld. Deze theorie gaat ervan uit dat integratie een spillover effect heeft: er is een samenhang tussen diverse terreinen en functies. Samenwerking op het gebied van economie leidt tot samenwerking op andere gebieden. Bijvoorbeeld: economie, werkgelegenheid, werkeloosheid, defensie, het zijn onderwerpen die met elkaar samenhangen.

Er zijn per beleidsgebied ook verschillende snelheden: een gemeenschappelijk beleid (bij overdracht van bevoegdheden),  Coordinerend beleid (door afstemming en overleg, maar het stads-, provinciebestuur beslist in overleg),  autonoom (province- of stadsbestuur beslissen zelfstandig). Bij de overdracht van bevoegdheden gaat de integratie sneller dan bij samenwerken of coördineren. De zeven verenigde provincies zijn begonnen met hun defensiebevoegdheden over te dragen, de zeven steden van de Drechtsteden voegden hun sociale domeinen (gemeentelijke sociale diensten) met elkaar samen. Kort gezegd: Sociale Zaken was de motor van de integratie in de Drechtsteden!

Dan het spiegelbeeld: de stadsbesturen en provincien waren in de beginperiode van de Unie (1600-1630) het absoluut niet met elkaar eens  over de ware religie (contra-remonstranten vs. Remonstranten) en besloten hierover autonoom. Bij de Drechtsteden bestaat bijv. geen gemeenschappelijk grondbeleid, of ontbreekt een gezamenlijk beleid ten aanzien van de opvang van asielzoekers.

Verenigde Vergadering
Bij de Staten-Generaal had elke provincie één stem, was er een vast spreekvolgorde, wisselde de periode van het lidmaatschap van drie tot zes jaar of "zittend voor het leven" (Zeeland). Het voorzitterschap wisselde per week! In de Staten van Holland waren rond 1600 18 steden (inclusief Dordrecht!) vertegenwoordigd. De afvaardigden konden niets besluiten zonder ruggespraak met hun "principalen" te hebben. Een vorm van verlengd lokaal bestuur dus.
Zelfs de agenda kon het dagelijks bestuur (de Gecommitteerde Raden) niet zonder toestemming van de stadsbesturen vaststellen...
Dat was wel wat anders dan het voortdurend discussiëren over het aantal leden in het Drechtstedenbestuur of over de varianten aan portefeuillehouders (zoals regionaal portefeuillehouder, coördinerend portefeuillehouder, opdrachtportefeuillehouder, wat dat ook moge zijn).

Volksvertegenwoordiging?
Een band met de bevolking hadden de vroedschappen niet. Ze werden van hogerhand benoemd en niet gekozen door de bevolking. De huidige raden worden wel gekozen, maar een echte band met de bevolking is er ook niet. Nog niet zo lang geleden deed het Onderzoekscentrum Drechtsteden (OCD) namelijk onderzoek naar de representativiteit van de raad. Dit onderzoek liet zien dat slechts 33% van de bevolking zich in de Ambachtse gemeenteraad vertegenwoordigd voelt. Met andere woorden: 1 op de 3 Ambachters zien de raadsleden uit Ambacht als hun volksvertegenwoordigers. Met name de lage inkomens voelden zich onvoldoende vertegenwoordigid. Ik schrok daarvan, 2 van de 3 dus niet. Hoe democratisch zijn de raad (en andere raden in de Drechtsteden) dan nog?
Misschien moeten we dan maar terug naar de tijd van de oude Grieken. Zo bestond onder Pericles, de machthebber van Athene  (495-429 voor Christus) een rechtslichaam, dat  de naam "Vijfhonderd" had.  Kort gezegd: dit lichaam ontwierp jaarlijks de bestaande wetten aan een herziening, terwijl elke burger die tijdens die bijeenkomsten een wet kon voorstellen of wijzigingen.Tijdens dit soort bijeenkomsten waren er geen "gasten van de raad" meer nodig!

Over pyjama en de zomerslaap
Even terug naar het begin: "Zal ik je pyjama komen brengen?" Deze uitspraak zou kunnen gelden voor de lange vergaderingen van de Drechtraad. Maar evenzo voor fractievergaderingen en daarom kwam deze uitspraak vanuit mijn thuisfront, beter gezegd mijn vrouw... Waren er meer vrouwen van bestuurders en raadsleden zo meelevend en -denkend, dan zouden dit soort vergaderingen zeker korter duren.  Want: slapend verwekkend waren ze soms zeker!..
Pyjama's doen dus denken aan slapen. Ook fracties, raden en staten zijn inmiddels in hun zomerslaap gedommeld.  Dat men in slaap is gewiegd, vindt men soms zo belangrijk dat men een persbericht er aan besteedt. Dat is blijkbaar ook nieuws!

Raadslid worden? Gelet op de toenemende werklast, is het een uitdaging. Maar ook goed om het eens te laten overzomeren. Er zit hier namelijk een aantal haken en ogen aan vast. Gezocht worden namelijk: slimme en bevlogen raadsleden met retorische gaven, die tegelijk voorstanders van korte vergaderingen zijn, netwerkers, foto-geniek, en echte, zichtbare, volksvertegenwoordigers van hun achterban zijn. Tenslotte moeten zij niet hun eigen belangen of hun agenda, maar juist de plaatselijke en partijpolitieke identiteit scherp bewaken. En dat in 15,9 uur per week (dit getal noemt het ROB-advies) als bijbaantje. Ga er maar aan staan! Als oud-gediende kan ik u zeggen dat deze dienende functie zeker zijn charme heeft, zeker als je niet boven maar naast je kiezers staat en geen afstand creëert!

Ik wens u een goede, gezonde, rustige, en vrolijke vakantie toe!

Literatuur: De Republiek, 1477-1806, Jonathan I. Israël, 1386 blz. 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.