Drechtsteden Duckstad?

15 november 2012 door Willem Schneider

De komende tijd staat er vooral op sociaal gebied veel verandering voor de deur. Maar ook bestuurlijk lijkt er veel op ons af te komen. Opschaling is hierbij de (tover)formule: de democratische fora (Tweede Kamer, gemeenteraden) kleiner maken en tegelijkertijd(?)  de omvang van de gemeente verhogen tot circa 100.000 inwoners.

Deze landelijke keuzes lijken me als gemeenteraadslid in de Drechtsteden van één van de regeringspartijen best moeilijk aan je kiezers uit te leggen. Zeker als nog eens benadrukt dat je de “dorpse identiteit”  in de toekomst wilt handhaven.

De vraag is of het democratische stelsel na een eeuw over haar hoogtepunt heen is in ons land met de maatregelen van dit kabinet. De opkomst bij verkiezingen verminderd en de belangstelling voor het partijlidmaatschap daalt flink. Kiezers hebben verder geen binding meer met een bepaalde ideologie, maar kiezen op basis van het optreden van een politicus. Daardoor ontstaat politieke flexibiliteit, met name bij de VVD: regeer eerst met de PVV (over rechts), lukt dat niet regeer dan met de PvdA (over links). En gaan we na 100 jaar van de invoering van het model van de representatieve democratie onder liberale leiding weer terug naar het districtenstelsel? 

Op sociaal gebied staat ontstaan dus nog veel onrust te wachten. De gemeenten krijgen hier ook hun deel. Denk aan de dagbesteding, die in 2015 naar de gemeenten gaat. Het zelfde geldt voor de jeugdzorg, die de gemeenten op hun bordje krijgen. Denk ook aan de drastische bezuinigingen ten aanzien van de huishoudeljke hulp (75%!) en de toename van het aantal mensen in de bijstand in Ambacht. De laatste cijfers (van september, oktober, november) van de Sociale Dienst Drechtsteden wijzen daarop. Vaak hardwerkende Ambachters die vanuit de WW de bijstand instromen. Verontrustend is ook het grote aantal 50 plussers dat niet meer uitstroomt uit de WW naar werk en de rijksoverheid hier weinig tegen doet. Ook de opmerking van een patient die ik tijdens het wachten voor het maken van een foto in het Albert Schweitzer ziekenhuis hoorde, geeft stof te nadenken. "De enige banken die nog onder Rutte en Samson groeien zijn de voedselbanken," zo zei hij veel betekenend....

In het verleden werd in tijden van crisis en oplopende werkloosheid nog door de rijksoverheid geïnvesteerd in grote projecten. Ik zie dat nu nergens terug. Sterker nog: de toenmalige ARP-leider Colijn zou vierkant achter het sociaal-liberale bezuinigingsbeleid in tijden van een crisis hebben gestaan. Ook het weghalen van het vangnet van de Werkloosheidswet zou Colijn niet hebben afgewezen. 

Toch was in tijden van recessie het investeren in grote projecten door de rijksoverheid of lagere overheid een beproefde methode. Hieronder twee voorbeelden: één plan dat niet werd uitgevoerd, één plan dat wel werd uitgevoerd.

1914: Stoomtramweg

Als  ik het  lokaal/regionaal bekijk, noem ik een project uit 1914. Ik noem dat jaar omdat destijds (voor het eerst) een liberale premier in ons land aan de macht  kwam. In dat jaar lag er een verzoek tot de aanleg van een stroomtramweg van Rotterdam-IJsselmonde – Ridderkerk – Hendrik-Ido-Ambacht – Zwijndrecht. Er zou ook een zijtak van Oostendam naar “kom der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht” worden aangelegd. Een verzoek dat blijkbaar nooit is gehonoreerd. De reden waarom is dat niet is gebeurd, is me onduidelijk. Het centrum van Ambacht zou er dan  heel anders hebben uitgezien dan momenteel het geval is.

1916:  Verbreding De Noord

Een infrastructureel werk waar wel aangewerkt is de “verbreeding van de rivier De Noord”.  Volgens de toenmalige minister van Rijkswaterstaat,  ir. Lely,  beantwoordde de Noord  in 1916 “met hare breedte van 100 meter niet meer aan de eisen van het scheepvaartverkeer. Wanneer bij intredenden vloed de vele sleeptreinen, van Rotterdam komende, in lange rijen de Noord intrekken en door de talrijke op Rotterdam varende “beurtbooten” worden voorbijgevaren of gekruist, heeft de binnenvaart in het algemeen groote moeite zich op deze rivier een weg te banen. De zeilvaart is in de drukste uren zelfs in het geheel niet meer mogelijk en de vlotvaart kan slechts uiterst bezwaarlijk plaats hebben."

De grens van het uit een oogpunt van veiligheid toe te laten scheepvaartverkeer was bereikt, alus Lely. Ook internationaal was dit punt al bekend: in 1908 was tijdens overleg tussen de “Oeverstaten over de gehouden technische stroombevaring van den conventioneelen Rijn dit  gesignaleerd.”

De minister geeft  aan dat in de sterkste rivierbochten is de breedte groter dan 200 meter genomen. “Onder andere beoosten de Galgeplaat en den Sopbiapolder, waar zij 220 meter zal bedragen. Zooveel mogelijk is vermeden de verbreeding geheel aan beide oevers tot stand te brengen, omdat de kosten van oeverwerken daardoor noodeloos zouden worden verhoogd. In het plan ook een afdamming van de linker nevenarm der rivier de Strooppot, wijl eene stroomsplitsing uit een oogpunt van rivierbelang ongewenst is”.

 En de Rietbaan dan? “Hoewel dat uit den aard der zaak mede geldt voor den linker nevenarm de Rietbaan, zal aanvankelijk niet verder worden gegaan dan tol eene beperking van den boven- en den benedenmond van dien arm, Mocht de ervaring leeren, dat het onafgedamd laten van dien tak van nadeeligen invloed is op de diepte der verbreede Noord, dan zal tot afdamming dienen te worden overgegaan,” aldus Lely.

Drechtsteden

De term Drechtsteden heb ik ook genoemd. Blijkbaar krijgt het experiment Drechtsteden (met een Drechtraad en Drechtstedenbestuur die overgedragen bevoegdheden hebben) door de opschalingsgedachte van het nieuwe kabinet van gemeenten meer formele status. De toekomst zal het leren.

Maar als ik naar het verleden kijk, stamt de term Drechtsteden al uit de jaren 50 van de vorige eeuw. Zo kwam ik deze term tegen in de Memorie van Antwoord bij het wetsvoorstel inzake de wijziging van de grenzen der gemeenten Dordrecht, Dubbeldam en Sliedrecht.  De regering spreekt in maart 1959 bij de schriftelijke behandeling van dit wetsvoorstel over een Structuurplan Drechtsteden. Het plan is volgens de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (what’s in the name!) gegrond op een “grotere bevolkingsaanwas”  en op “gezamenlijke Drechtsteden, te weten Dordrecht, Dubbeldam, Zwijndrecht, Papendrecht en Sliedrecht”. Ablasserdam en Hendrik-Ido-Ambacht vielen toen blijkbaar nog uit de boot…

Opvallend is dat bij de behandeling van allerlei plannen in de Tweede Kamer op het gebied van structuurplannen en op het gebied van de ruimtelijke ordening de Drechtsteden zo weinig terugkwamen. Daar valt voor de toekomst dus nog wel een missie uit te voeren. Kamerleden (uit de regio!) moeten eigenlijk door lobbyisten uit de Drechtsteden warm gemaakt worden voor de potenties die de Drechtsteden hebben. Eén Kamerlid die in het verleden opkwam was het toenmalige PvdA-kamerlid Henk Veldhoen, die uit de Hoeksche Waard kwam. Zo voerde Veldhoen een pleidooi voor de Drechtsteden tijdens de Uitgebreide Commissievergadering tijdens de behandeling van de Structuurschets stedelijke gebieden in mei 1985.  Naar zijn mening vormen de Drechtsteden in principe het eerste achterland na Rijnmond. “Zij hebben een soort schakelfunctie en zijn een potentieel gebied voor opvang en herberging van bedrijven die op dit moment wegblijven. Waarom spant de regering zich niet meer in om Dordrecht in de regionale ontwikkeling van potentiële en economische groei te steunen?”  Een betoog, dat momenteel nog steeds zeer actueel is! 

Drechtsteden: Duckstad?

Misschien hebt  u de begrotingsbehandeling van Ambacht gevolgd, misschien ook niet. Het  was in elk geval een creatieve  en ludieke gedachtewisseling, zowel vanuit de raad (ik noem opnieuw de CDA-bijdrage, alswel vanuit het SGP-smaldeel van het college). Gelet op deze discussie zou het wel eens kunnen zijn dat er nieuwe naam voor de Drechtsteden komt als er inderdaad zo’n 100.000 inwonersgrens komt, namelijk: Duckstad!  Een naam die uit de Ambachtse koker komt! De portefeuillehouder Volgerlanden bijkt een verwoed Donald Duck lezer. Hij zei namelijk het volgende: "Hadden wij maar net als in Duckstad zo'n geldpakhuis. Ik zou dan de zware jongens inhuren om dat geldpakhuis wat leger te maken', maar lezers van het blad Donald Duck – op de voorpagina van het nummer dat ik nu omhoog houd staat: "De geheimzinnige kist" – weten dat de acties van de zware jongens meestal op niets uitlopen."

♥Voor een verdere verdieping verwijs ik u naar de raadsnotulen van deze boeiende begrotingsraad!

 

Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.