Een rebelse raad in Ambacht

10 augustus 2012 door Willem Schneider

U  gaat in september toch voor de Tweede Kamer ook stemmen? Het is immers een democratisch recht voor elke hardwerkende Nederlander, die 18 jaar of ouder is! 

Ik geloof dat er wel keuze genoeg is, als het gaat om het aantal partijen dat zegt zich voor de gewone burger op te willen komen met allerlei beloften. Toegegeven: het zijn beloften, in hoeverre ze worden ingevuld is de vraag. Politici verhullen zich dan achter de macht van het getal (te weinig aantal stemmen of een gesloten compromis [“je moet alles in totaliteit bezien”]). 
 
Stemmen dus in september! Met z’n allen op naar de stembureaus, gewapend met een potloodje in de hand en een (voorkeur)stem in het hoofd. Ongetwijfeld weet u dat het hoofdstembureau van Ambacht Dordrecht is. 
 
Vroeger was dit niet anders. Toch neem ik u mee naar het prille begin van de democratie in de 19e eeuw. Toen werd namelijk Hendrik-Ido-Ambacht uitgebreid in de Tweede Kamer besproken!
 
 “Men heeft in de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht tegenstand geboden aan het openbaar gezag en dit heeft zich ook in het verkiezingswerk geopenbaard. De Kamer kan op die handelingen niet drukken het zegel harer goedkeuring. De Kamer zou alzoo aanmoedigen en wettigen eene daad van weerstand tegen het wettig gezag die èn van regeringswege en door anderen binnen den kring hunner attributen altijd ten krachtigste moet worden te keer gegaan”, zo oreerde het Kamerlid Wintgens. Hij was de voorzitter van de door de Commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven der leden van de Tweede Kamer gekozen in de districten Dordrecht en ’s Gravenhage. Wintgens sprak zelfs van een “radicale onwettigheid” in Hendrik-Ido-Ambacht. 
 
Ik kon men ogen niet geloven, toen ik deze passage las! Een passage misschien uit de tijd van rond 1968, toen de links-libertaire of socialistische ideeën vanuit Parijs over Nederland dwarrelden? Of misschien een citaat uit de tijd van mr. Pieter Jelles Troelstra rond 1918 toen hij socialistische revolutie in Nederland aankondigde? 
Nee, het citaat dateert uit een nog eerdere tijd. Het betreft het jaar 1853 toen in mei verkiezingen werden gehouden! Op 21 juni 1853 sprak Wintgens bovenstaande gedenkbare woorden over de Ambachtse gemeenteraad in de Tweede Kamer. 
 
Ambacht al in 1853 -het calvinistische dorp- in opstand tegen het wettig gezag? Een opstand, die zelfs in de Tweede Kamer werd besproken. U begrijpt dat mijn nieuwsgierigheid als Ambachter daarom werd geprikkeld. 
En in deze tijd waarin de politiek zich opmaakt voor de nieuwe verkiezingen, de “vrijwilligers” van het stembureau worden “opgeleid”, wil ik deze mijn column aan dit unicum wijden. 
 
Wat was er in 1853 aan de hand? Wel, bleek in Ambacht een soort politieke paleisrevolte aan de gang te zijn: regering, burgemeester en gemeenteraad bleken niet door één deur te kunnen.
Op 18 februari 1853 benoemde de regering namelijk een nieuwe burgemeester de heer Metman voor Hendrik-Ido-Ambacht en Sandelingen-Ambacht. Hij was tegelijk ook burgemeester van Ridderkerk en Rijsoord.  Probleem hierbij was dat de gemeenteraden van beide gemeenten (Hendrik-Ido-Ambacht en Sandelingen-Ambacht) hier niet mee instemden. Volgens de toenmalige minister van binnenlandse zaken Van Reenen weigerden deze twee raden tot installatie van de benoemde burgemeester over te gaan. Ze gaven ook geen gevolg aan “zijne oproepingen tot het houden van vergaderingen, maar hielden zelven zonder hunnen voorzitter bijeenkomsten”. 
 
Zo’n gedrag zou ik me bij de Ambachtse gemeenteraden van de laatste jaren (gelukkig) echt niet kunnen voorstellen! Maar toch in Ambacht gebeurde zoiets, zo’n 165 jaar geleden!
 
Het bleef echter niet bij deze protesten. Er kwam meer actie van de ontevreden raad. De leden van den gemeenteraad van Hendrik-Ido-Ambacht werden door de burgemeester “ter benoeming van leden van het bureau van stemopneming opgeroepen.” Toen de raadsleden herhaaldelijk niet waren opgekomen, hoorde de burgemeester in de derde vergadering, waar enkele raadsleden wel aanwezig waren, dat de leden van de raad reeds een “bureau van stemopneming” hadden benoemd. Dit bureau leverde ook de stembriefjes in, niet onder leiding van de voorzitter van de gemeenteraad, maar door één van de wethouders. 
 
“Men heeft tevens daarbij ook nog de Wet regelende het Kiesregt overtreden, dat men door den burgemeester niet als voorzitter van het bureau toe te laten, heeft gehandeld tegen art. 42 2de zinsnede van die wet, volgens 't welk de voorzitter van den raad der gemeente van regtswege is voorzitter van het bureau van stemopneming, tenzij hij op wettige wijze in die betrekking zij vervangen. Aan de lijsten en het proces-verbaal door deze onbevoegde personen opgemaakt en geteekend vermag alzoo geenerlei gevolg te worden toegekend, als verleden door of ten overstaan van personen, die daartoe waren onbevoegd en die naar de wet waren ongeregtigd de uitkomsten der verkiezing te constateren”, aldus minister Van Reenen. 
Kortom, de uitgebrachte stemmen waren dus niet geldig. Dat was heel vervelend voor de kiezers, maar ook voor de gekozene. Waarom? Wel, vroeger voor 1917 had men kiesdistricten, waar de persoon met de absolute meerderheid werd gekozen. In Engeland kent men dit districtenstelsel nog steeds. En laat nu juist, mr. J.D. van der Poel door deze “burgerlijke ongehoorzaamheid” de meerderheid kwijt raken! 
 
Tja, dan denk je, het zal wel om grote aantallen kiezers gaan. In het huidige Ambacht wonen duizenden kiesgerechtigden. Zo niet dus in 1853. Laat ik citeren uit de “missive” van de toenmalige minister van binnenlandse zaken: “Uit de mededeelingen van den heer Minister van Binnenlandsche Zaken ontvangen, blijkt voorts, dat in het onderkiesdistrict Hendrik-Ido-Ambacht aanwezig zijn 28 kiezers, waarvan er 17 hunne stem op den 17den Mei jl. hebben uitgebragt”. 
17 van 28 Ambachters brachten hun stem uit……  Vast geen lange rij dus in dit stembureau!
Bedenk hierbij overigens dat je als kiezers aan bepaalde eisen moest voldoen (bepaald inkomen, etc., het zogenaamde censuskiesrecht). 
 
Was iedereen het met het besluit van de Commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven eens? Nee, drie kamerleden niet.  Kamerlid Bosscha was één van deze drie kamerleden die het oneens waren met de “ontwettige” uitslag van het Ambachtse stembureau. Hij vond het onbegrijpelijk dat “in eenen welgeordenden Staat eene gemeente maanden achtereen heeft kunnen weigeren een burgemeester te erkennen, door den Koning benoemd. Even onbegrijpelijk is het, hoe die burgemeester, wetende dat er door een wethouder en andere leden van den raad een stembureau gevormd was, geene middelen heeft willen of kunnen gebruiken, om zijn gezag te doen gelden en aan de verkiezing zijne eigene leiding te geven.”
Volgens Bosscha was daarom onbegrijpelijk dat de burgemeester stilzwijgend zijn toestemming gegeven heeft aan deze verkiezing. Hij heeft immers toegelaten, dat het stembureau onder het voorzitterschap van een wethouder, de verkiezing leidde. Bosscha concludeerde dat geen “onwettigheid” heeft plaats gehad. De (toenmalige) kieswet schreef namelijk voor, dat de voorzitter van de gemeenteraad is voorzitter van het stembureau en met als bijvoeging: “tenzij hij op eene wettige wijze is vervangen". “De burgemeester is hier, mijns inziens, op eene wettige wijze vervangen, vermits hij stilzwijgend heeft toegelaten, dat een wethouder in zijne plaats met twee leden van den gemeenteraad een stembureau vormde en daarvan de werkzaamheden volbragt”, aldus Bosscha.
Kwam deze tegenstem nu uit de socialistische hoek? Socialisten en seculiere vrijdenkers wilden destijds  "de stem van het volk  verheffen".  Nee, de steun kwam juist van een conservatief Kamerlid. Bosscha woonde in Amsterdam,  was krijgshistoricus en werd zelfs van 1858 tot 1862 minister voor de Zaken van de Hervormde en andere Erediensten! Een uiterst behoudend persoon dus!
 
Dat waren nog eens grote tijden van weleer! Een Ambachtse raad in opstand tegen een benoemde burgemeester, een “ontwettige” daad van een Ambachts stembureau onder leiding van een rebelse wethouder, een stembureau waarvan de uitslag ongeldig wordt verklaard en deze uitslag uitgebreid in de Tweede Kamer wordt besproken. Welke Ambachtse raad en welk stembureau in Ambacht doet dit na? Ik denk dat we lange tijd moeten wachten op zo'n uniek verschijnsel. 
 
In 1853 viel er niet veel te kiezen, er waren weinig kiezers. Nu kunt u en masse kiezen uit allerlei partijen. Maak gebruik van uw democratisch recht en we zijn benieuwd naar de caroussel, dat kabinetsformatie heet! Als ik trend van de afgelopen maanden van het onderzoeksbureau Ipsos mag geloven halen zowel een rechtse coalitie (CDA, VVD, PVV, SGP) als een linkse coalite geen (stabiele) meerderheid. Een rechtse coalitie is onwaarschijnlijk omdat het CDA de PVV niet meer ziet zitten.
Een andere mogelijkheid is een linkse coalitie (SP, PvdA, GroenLinks, CDA en ChristenUnie). Deze 5 partijen coalitie heeft in een elk geval geen stabiele basis (slechts een minimale meerderheid). De joker bij deze coalitie is een 6e partij, namelijk D66. Dan ontstaat er wel een meerderheid. De CU sluit samenwerking met deze partij zelfs niet uit, hoewel beide partijen weinig gemeenschappelijks hebben. 
Kortom: zo'n kabinetsformatie kan lang duren (mits in achterkamers al afspraken zijn gemaakt). Daarbij komt nog dat de meerderheid van de Tweede Kamer geen rol meer ziet weggelegd voor de koningin bij de kabinetsformatie. VVD-Partijleider Mark Rutte voorziet echter weinig heil in een eigenstandige rol van de Kamer door bijvoorbeeld zelf een (in)formateur aan  te wijzen. We zullen het meemaken!!
 
Gerelateerde wijken:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.